woensdag 30 november 2011

Blote billetjes in het gras

Lange tijd ben ik met een grote boog om deze stamppot met snijbonen en witte bonen heen gelopen. De reden? Het leek me een laf, flauw hapje. Toch waren er 2 dringende redenen om het gerecht nu wel te maken: (1) ik had een pot snijbonen staan die de houdbaarheidsdatum naderde (ja, er is een pót gebruikt, geen verse bonen – bel de culipolitie!) en (2) ik had een recept weten te vinden dat met behulp van serranoham en geroosterde pijnboompitten de boel leuk opfleurt en behoorlijk wat smaak toevoegt.

Eerlijkheidshalve moet ik vertellen dat er 2 potten gebruikt worden (ook een pot witte bonen), hetgeen mijn voorraadkast leuk opruimde. En dan moet ik er ook bij vermelden dat het echt buitengewoon snel en makkelijk was. Ik geloof best dat verse snijbonen nog beter smaken, maar ik was heel tevreden met dit stamppotje!

Het recept komt uit “Stamppotten en ovenschotels” van Francis van Arkel (Veltman Uitgevers, verkrijgbaar in de winkel).

Voor 4 personen:
1 kg aardappelen, geschild en in vieren
ca. 350 gr snijbonen, vers of uit blik/pot
8 dunne plakjes serranoham
klont roomboter
scheut (half)volle melk
1 (volle) eetlepel grove mosterd
200 gr gare witte bonen,afgespoeld en uitgelekt (pot)
50 gr pijnboompitten, goudbruin geroosterd in een droge koekenpan
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Kook de aardappelen in een laagje gezouten water in ongeveer 18 minuten gaar. Giet ze af en laat ze een paar minuten met het deksel op de pan nastomen.
Kook (eventueel) de snijbonen (in smalle ruiten gesneden) in een laagje gezouten water (beet)gaar, dit duurt ongeveer 8 minuten. Als je een pot gebruikt: verwarm de snijbonen samen met de witte bonen in een pannetje op laag vuur.
Trek de serranoham in stukken.
Stamp de aardappelen fijn (net zo fijn of grof als je wilt), voeg de boter, de mosterd en de melk eraan toe en vermeng goed. Breng op smaak met zout en peper. Schep de snijbonen en de witte bonen door de puree en voeg eveneens het grootste deel van de ham en de pijnboompitten toe. Vermeng goed en verdeel over 4 borden (of pannetjes). Garneer met de achtergehouden pijnboompitten en serranoham.

zaterdag 26 november 2011

Varkenskoteletten met appel en salie

Varkenskoteletten. Bij ons thuis noemen we dat gewoon karbonade. Het maakt mij allemaal niet uit, want dit is gewoon een lekker receptje. Natuurlijk weten we al lang dat varkensvlees perfect combineert met appel en salie, en met dit sappige stukje vlees wordt dat nog maar eens bevestigd.

Ik gebruikte de laatste salie van m’n plantje (altijd verse salie gebruiken, hoor!) en ik hoop maar dat-ie de winter gaat overleven (maar ik vrees dat dat niet gaat lukken). Qua appels raadt Jamie aan om Cox of Braeburn te gebruiken, maar ik werkte met Rubens en dat beviel prima.


Voor 4 personen:
4 varkenskoteletten (ik gebruikte schouderkarbonade) van elk ongeveer 250 gr
olijfolie
2 lekkere tafelappels, ongeschild, klokhuis verwijderd en in 8 partjes gesneden
een klont roomboter
een handvol verse salieblaadjes
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius.
Bestrooi de koteletten met zout en peper en giet een flinke scheut olijfolie in een grote, hete koekenpan. Leg het vlees er voorzichtig in en bak de koteletten 2-3 minuten aan beide zijden. Haal ze dan uit de pan en leg het vlees op een ingevette bakplaat.
Gebruik dezelfde koekenpan dan om de appels, samen een lekkere klont boter, bruin te bakken. Leg op elke kotelet vervolgens 4 partjes appel. Meng de salieblaadjes met een beetje olijfolie en leg deze eveneens bovenop het vlees. Schuif de bakplaat in de oven en bak het vlees nog 5-6 minuten tot alles goudbruin is.
En dan – en merkwaardig genoeg maakt Jamie hier geen melding van – kun je met een houten lepel de vleesaanbaksels van de bodem van de pan losschrapen en vermengen met de achtergebleven olie en boter. Giet deze ‘jus’ over de koteletten als deze uit de oven komen. Sappig!

woensdag 23 november 2011

Kruidnoten


Aangezien ik vorige week zo heel eerlijk opgebiecht heb dat mijn pepernoten (in ieder geval de eerste lading) zo ongelofelijk mislukt waren, vind ik dat ik vandaag best ongegeneerd mag opscheppen over mijn super-kruidnoten. Ha!

Niet gehinderd door enige frustratie over de dodelijke pepernoten, heb ik afgelopen zaterdag in de winkel met volle moed kruidnoten gebakken. Let even op: kruidnoten, geen kruidnootjes. Door schade en schande wijs (nou ja, wijzer) geworden, deed ik het wel voorzichtig aan met de baktemperatuur en –tijd en die moeite loonde: mooie, grote, niet te zoete kruidnoten, die geen aanslag op je kiezen deden. Jammer dat ze zo snel op waren!

Het recept komt uit “Wie zoet is krijgt lekkers” van Ramon Brugman (Uitgeverij Vette Vis, verkrijgbaar in de winkel).

Voor 40-45 stuks:
100 gr ongezouten roomboter, op kamertemperatuur
125 gr donkere basterdsuiker
15 ml (half)volle melk
250 gr zelfrijzend bakmeel
7 gr speculaaskruiden
1 gr fijn tafelzout

Verwarm de oven voor op 150-160 graden Celsius.
Gebruik een keukenmachine of een handmixer om de boter en de suiker goed te vermengen. Voeg de melk toe en vermeng goed.
Zeef het bakmeel boven een grote kom en voeg de speculaaskruiden en het zout hieraan toe. Doe dit in gedeelten bij het botermengsel en vermeng goed. Haal het deeg uit de kom (het blijft vrij kruimelig) en kneed het met de hand tot een glad deeg (voeg eventueel extra melk toe als dit nodig is). Dek het deeg af met plastic folie en laat het ongeveer 20 minuten opstijven in de koelkast.
Haal nu steeds stukjes van het deeg en kneed/rol hiervan balletjes. Leg de balletjes op een met bakpapier beklede bakplaat en zorg dat er ongeveer 2 cm tussenruimte is (het deeg loopt iets uit tijdens het bakken). Bak de kruidnoten in 15-18 minuten gaar. Laat ze goed afkoelen, deel ze enthousiast uit en geniet van alle complimenten!

zaterdag 19 november 2011

Stamppot van zoete aardappelen, spitskool en geroosterde pastinaak

Het is k-k-k-koud buiten en daarom is nu officieel mijn stamppot-fase aangebroken. In het eerste gerecht van deze winter is een speciale plek gereserveerd voor pastinaak. Waarschijnlijk beschouwen de meeste mensen dit als een “vergeten groente”, maar bij mijn groentemeneer zijn ze gewoon te koop (zonder er speciaal naar te hoeven vragen). Diezelfde groentemeneer verontschuldigde zich ervoor dat de pastinaken nogal smerig waren (dat wil zeggen: er zat grond aan), maar op die manier kunnen ze langer bewaard blijven. Weer wat geleerd!
De uitspraak van mijn groente-goeroe heb ik overigens niet in de praktijk getest, want reeds de volgende dag werden de pastinaken gebruikt. Ik had een heel geschikt recept gevonden in het boek “Home made winter” van Yvette van Boven (Fontaine Uitgevers) . Zij gebruikt trouwens groene kool, maar dat heb ik vervangen door spitskool. Ook de chorizoblokjes zijn een eigen verzinsel, maar wel eentje waar ik heel tevreden over was!

Voor 4 personen:
½ spitskool, in heel dunne reepjes
1½ kg zoete aardappelen, in blokken van circa 2 x 2 cm
2 pastinaken, in dunne repen van maximaal ½ cm dikte
1-2 eetlepels plantaardige olie
1 teentje knoflook, uit de pers
2 eetlepels tijm (gedroogd of vers)
75 gr ongezouten roomboter
scheutje (half)volle melk
150 gr chorizo, in blokjes van circa 1 x 1 cm
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius.
Kook de koolreepjes ongeveer 10-12 minuten in een klein laagje gezouten water tot ze beetgaar zijn. Giet de reepjes af en houd ze warm tot gebruik.
Leg de repen pastinaak op een ingevette bakplaat en giet er de olijfolie overeen. Bestrooi met zout en peper en verdeel de knoflook erover. Schuif dan de bakplaat in de oven en rooster de pastinaak in ongeveer 25 minuten (in sommige ovens gaat het wat sneller) gaar. Laat enigszins afkoelen en snijd de pastinaak dan in kleinere stukken van ongeveer 3 x 3 cm.
Doe de blokjes chorizo in een droge koekenpan en bak ze op hoog vuur uit. Bewaar het vrijgekomen bakvet!
Kook in de tussentijd de zoete aardappelen in een klein laagje gezouten water in ongeveer 15-18 minuten gaar. Giet de aardappelen af, stamp ze fijn (zo fijn als je zelf wilt), roer de boter, de melk en het uitgebakken vet van de chorizoblokjes erdoor. Breng de puree op smaak met zout, peper en tijm.
Schep de koolreepjes, de chorizoblokjes en de geroosterde pastinaak door de puree en serveer meteen.

dinsdag 15 november 2011

Pepernoten

Afgelopen zaterdag bakte ik pepernoten in de winkel. Het plan was natuurlijk dat deze pepernoten zouden worden opgegeten door de klanten (en misschien zou Sinterklaas wel voorbij komen, je weet maar nooit). Maar eh, dat ging niet door. Het rook allemaal heerlijk en in eerste instantie leek alles ok, maar na een tijdje afkoelen bleken de pepernoten keihard en dodelijk voor je kiezen.
Ik nam de misbaksels mee naar huis, piekerde over wat-ging-er-fout en doopte de peperstenen in koffie (dat smaakte trouwens heel goed!). Er vielen wel een paar oorzaken aan te wijzen: ik had het deeg te dun uitgerold, de oven stond iets te warm en waarschijnlijk heb ik ze ook iets te lang in de oven laten staan. Ik waagde een nieuwe poging en jawel, dat was aanzienlijk beter! Nog steeds een tikje aan de harde kant, maar met een derde poging gaat het ongetwijfeld goed komen. Daarom hierbij de cruciale tips van Riejanne:

1)  Als er staat: "rol het deeg uit tot een plaat van 1 cm dikte", doe dan wat er staat. Rol het deeg dan niet uit tot een dikte van slechts een ½ cm (of minder...)
2)  Iedere oven is anders, dus experimenteer een beetje met de temperatuur en baktijd. Ga in eerste instantie maar uit van de voorzichtige benadering: 160 graden Celsius en 12 minuten bakken. Het originele recept spreekt van 180 graden Celsius en 15 minuten baktijd, maar dat bleek voor mijn oven dus geen goed idee.
3)  Mocht je toch misbaksels produceren: in de koffie gedoopt worden ze zachter en zijn ze heel lekker. Ook een idee: timmer ze kapot met een deegroller en roer de peperkruimels door yoghurt of kwark. Met de smaak is namelijk niets mis, het tricky deel zit 'm in het bakken... Succes!

Het recept komt uit "Wie zoet is krijgt lekkers" van Ramon Brugman (Uitgeverij Vette Vis, verkrijgbaar in de winkel).

Voor 40 stuks:
125 gr ongezouten roomboter
125 gr donkere basterdsuiker
50 gr schenkstroop
3 gr fijn tafelzout
250 gr bloem
3 gr bakpoeder
5 gr kaneel
2 gr gemalen kruidnagel
2 gr kardemom
1 gr gemberpoeder

Verwarm de oven voor op 160-180 graden Celsius (zie boven).
Smelt de boter in een steelpannetje, samen met de basterdsuiker, de stroop en het zout. Neem een grote schaal en zeef hierboven alle overige ingrediënten. Schep de droge ingrediënten goed door elkaar en giet het botermengsel erbij. Voeg alles samen en roer of kneed dit tot een egaal deeg. Dek het deeg af met plasticfolie en laat het ongeveer 20 minuten opstijven in de koelkast. (Ha, tip 4: laat het deeg NIET een hele nacht in de koelkast liggen. Dan is het onmogelijk om uit te rollen).
Rol het deeg uit tot een plak van 1 cm dikte. Snijd het in vierkante blokjes van 2 bij 2 cm. Leg de blokjes op een met bakpapier beklede bakplaat en bak ze in 12-15 minuten (zie boven) gaar. Haal ze van de bakplaat af en laat goed afkoelen.


woensdag 9 november 2011

Peer met brie, bacon & honing

Nee, ik weet het ook niet. Geen idee in welke categorie dit receptje geplaatst moet worden. Is het een voorgerecht? Nou..., nee. Is het een bijgerecht? Ja..., toch? Wacht, is het misschien een toet? Beats me, maar het is wel lekker!
Het recept voor deze peer met brie en bacon komt uit het Foodies Magazine van november 2011. Volgens Foodies is dit een tussengerecht of nagerecht (ze weten het zelf dus ook niet zeker). Echter: ik heb aan het originele recept nog wat honing toegevoegd (omdat nou eenmaal zo lekker combineert met brie en zoute bacon of ontbijtspek), dus wellicht kwalificeert mijn zoetere versie zeker wél als dessert. Whatever. Probeer het een keertje! Gebruik lekkere sappige peren (die zijn er genoeg op het moment) en laat me even weten voor welk deel van de maaltijd dit gerecht het meest geschikt is volgens jou.

Voor 4 personen:
2 rijpe, sappige handperen
150 gr brie
2 eetlepels honing
versgemalen zwarte peper
4 plakken ontbijtspek

Verwarm de oven voor op 175 graden Celsius.
Was de peren grondig, maar schil ze niet. Snijd ze doormidden en verwijder het klokhuis. Leg in de ontstane holte een stukje brie, druppel er wat vloeibare honing op en bestrooi de peren met peper. Leg daarna op elke peerhelft een plakje ontbijtspek of bacon. Doe de peren in een ovenschaal en bak ze ongeveer 15 minuten. Heerlijk.

dinsdag 8 november 2011

Chili con carne

Ik leefde in de stellige overtuiging dat ik in de allerjongste dagen van dit blog al eens een recept voor chili con carne gepost had. Uiteindelijk is dat een gerecht dat ik heel vaak maak en dus dacht ik dat ik er al eens over geschreven had. Nee, dus. Wellicht heb ik dat nooit gedaan omdat het niet bepaald een verfijnd, elegant gerecht is. Echter: na 2 jaar moge duidelijk zijn dat jullie, geachte lezers, volstrekt tevergeefs kunnen zoeken naar verfijnde, elegante gerechten op deze pagina. Daar doe ik niet aan. Die eet ik in een restaurant.
Chili con carne is typisch een gerecht voor mij. Ik houd van vlees (al schijn ik in de categorie "flexitarier" te vallen), van bonen, van pittigheid en van stoofpotjes. Meestal gebruik ik het recept uit mijn oude, diep-geliefde "USA cookbook", maar deze keer volgde ik de aanwijzingen van Karin Luiten. Waarbij ik wel moet opbiechten dat ik de dubbele hoeveelheid chilipoeder gebruikt hebt.

Het recept komt uit "Koken met Karin (zonder pakjes en zakjes)" van Karin Luiten (Uitgeverij Nieuw Amsterdam). Voor een pittigere versie: verdubbel de hoeveelheid chilipoeder, en doe er dan ook maar een beetje extra komijnpoeder in.

Voor 4 personen:
1 eetlepel olijfolie
500 gr rundergehakt
2 blikken à 400 gr rode kidneybonen, afgespoeld en uitgelekt
1 blik à 400 gr gepelde tomaten
1 rode paprika, in kleine blokjes
1 rode peper, fijngehakt
1 grote ui, gesnipperd of in dunne halve manen
2 knoflooktenen, fijngehakt
½ eetlepel chilipoeder
½ eetlepel komijnpoeder (djinten)
½ eetlepel korianderpoeder (ketoembar)
1 bos verse koriander (optioneel)
125 ml zure room
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Neem een grote braadpan en verwarm de olijfolie. Bak hierin op een matig/zacht vuur de ui en de knoflook, tot de ui glazig is. Voeg dan de rode paprika, de rode peper, het chilipoeder, het komijnpoeder en het korianderpoeder toe en bak dit een paar minuten mee. Zet nu het vuur hoger en voeg het rundergehakt toe. Bak dit lekker rul en bruin en doe de gepelde tomaten erbij. Prak de tomaten met een vork, zodat ze uit elkaar vallen (je kunt de tomaten ook met een staafmixer pureren, maar dat vond ik te veel werk en afwas). Vul het lege blik van de tomaten met water en doe dit eveneens in de pan. Breng het geheel aan de kook, leg het deksel schuin op de pan en laat de saus ruim een uur rustig pruttelen (af en toe even doorroeren).
Hak in de tussentijd de helft van de koriander (mét steeltjes) fijn en pluk de blaadjes van de andere helft. Als de saus lang genoeg heeft gestaan, kun je hem op smaak brengen met zout en peper. Voeg op dit moment de bonen en de fijngehakte koriander toe. Warm dit alles nog zo'n 10 minuten door.
Serveer de chili con carne met bij voorbeeld zilvervliesrijst en schep op het laatste moment de zure room op de chili en garneer met de korianderblaadjes.


zaterdag 5 november 2011

Hot whisk(e)y

In een erg openhartige tweet, heb ik wel eens gemeld van drankjes met een "W" te houden: wijn, whiskey, wodka (in die volgorde en let ook even op de hardnekkige afwezigheid van water). In mijn voorliefde voor wijn (alle kleuren van de regenboog, ik ben niet kieskeurig) sta ik niet alleen, maar mijn enthousiasme voor alles wat whiskey is (zonder water of ijs, alleen het echte spul) heeft al menigeen verbaasd.
Om toch vooral wat meer mensen aan de whiskey te krijgen, kan ik deze hot whisk(e)y van harte aanbevelen. Hier wordt de boel wel degelijk verdund met kokend water en de toevoeging van citroen en kruidnagel geeft het drankje een geweldig winter-effect. Bovendien is het volgens mij ook een puik medicijn tegen ongeveer elk kwaaltje.
Denk eraan: alleen als je Ierse whiskey gebruikt, is er sprake van hot whiskey. Anders drink je Schotse hot whisky. De afwezigheid van die ene "E" maakt voor de kenners een wereld van verschil, maar van mij mag je om-het-even-welke whisk(e)y gebruiken. Cheers!

Dit recept is afkomstig van mijn goede vriend M.B. uit Denemarken (hij woonde een aantal jaren in de buurt van Dublin) en is toevallig exact gelijk aan de versie van Yvette van Boven in haar boek "Home made winter" (Fontaine Uitgevers).


Voor één glas:
15 ml whisk(e)y (= 1 dopje van een cocktailshaker, of gewoon een goede scheut)
1 theelepel rietsuiker (optioneel)
1 schijf citroen
2 kruidnagels, in de citroen geprikt
kokend water

Doe de whisk(e)y in een hittebestendig glas (theeglas) en doe de suiker erbij, samen met de citroen en kruidnagels. Giet het glas vol met kokend water en roer even goed om de suiker te laten oplossen. Enjoy!

Strikt vanuit een oogpunt van onderzoek voor dit blog, heb ik dit drankje zowel met als zonder rietsuiker geprobeerd. In eerste instantie dacht ik dat de suikerloze versie mijn voorkeur had, maar inmiddels ben ik van mening veranderd. Ga het ook testen!

woensdag 2 november 2011

Lamsstoofpot met (zoete) aardappelen

Ik worstel altijd een beetje met het woord "aardappelen". Want ja, je kunt het meervoud van "aardappel" ook "aardappels" noemen. Volgens mijn vriend Van Dale mag het allebei. Da's dan handig, maar dan is het wellicht wel een goed plan om op deze plek eens definitief voor een versie te kiezen (want de oplettende lezer heeft allang opgemerkt dat ik beide versies door elkaar gebruik). Aardappelen dan maar? Ik hoor het wel als er commentaar op deze keuze is.
Ok, dan nu naar het gerecht waarin aardappelen een belangrijke rol spelen: een lekkere stoofpot met lamsvlees, gewone aardappelen én zoete aardappelen. De zoetigheid wordt ondersteund door het gebruik van kaneel en ras-el-hanout (dat fijne kruidenmengsel met o.a. kardamom, kruidnagel, kaneel).
Nog even kort over het lamsvlees. Het recept schrijft lamsschenkels voor (lijken op een soort éénpersoons-lamsboutjes). Bij mijn Keurslager bleek het niet mogelijk om lamsschenkels te krijgen en dus gebruikte ik schijven lamsbout. Dat was volgens de mevrouw van de Keurslager sowieso vergelijkbaar, maar het ziet er dus wel heel anders uit. Wat maakt het uit: dit is zo ongelooflijk lekker!

Het recept is van Bill Granger en komt uit de delicious. van september 2011.

Hoofdgerecht voor 4 personen:
4 lamsschenkels of 4 schijven lamsbout
1 eetlepel olijfolie
1 rode ui, in dunne halve manen gesneden
1 teentje knoflook, geraspt of fijngehakt
1 eetlepel verse gember, geraspt
1 eetlepel ras-el-hanout
1 kaneelstokje
2 eetlepels lichtbruine basterdsuiker
1 eetlepel vissaus
4 tomaten, in grove stukken
1 theelepel geraspte limoenschil
500 ml kippenbouillon
2 aardappelen, in blokjes
2 zoete aardappelen, in blokjes

Verwarm de oven voor op 160 graden Celsius.
Bestrooi het lamsvlees met (grof) (zee)zout. Verhit de olie in een grote stoofpan (waar een goedpassend deksel bij is en die ook in de oven past) en bak het vlees in enkele minuten op hoog vuur aan. Neem het vlees uit de pan en draai het vuur lager (tot middelhoog).
Doe de ui in de pan en fruit deze tot hij glazig is (ongeveer 5 minuten). Doe dan de knoflook en de gember erbij en bak dit een minuutje mee. Voeg dan de ras-el-hanout en het kaneelstokje toe en bak dit 2 minuten mee. Voeg uiteindelijk de suiker, de vissaus, de tomaten, de limoenrasp en de bouillon toe en roer alles goed door. Breng het geheel aan de kook en haal de pan dan van het vuur.
Leg het lamsvlees terug in de pan en doe de aardappelblokjes erbij. Leg het deksel op de pan en zet 'm 2½ - 3 uur in de oven (halverwege een keer doorroeren, verder met rust laten). Na 3 uur valt het vlees van het bot en is de saus heerlijk ingedikt.
Ik serveerde deze stoofpot met couscous, waar ik wat lente-uitjes (in dunne ringetjes) door gedaan had.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...