woensdag 29 februari 2012

Noedelsalade met ketjap-rookworst

Eerlijk toegegeven: mijn koopavondsalades zijn niet altijd een succes. Vaak is het een samenraapseltje van allerlei restjes uit de koelkast met min-of-meer bijpassende dressing. Heel af en toe blijkt de combinatie een prettige verrassing, maar meestal… niet.

Het gaat duidelijk beter als ik gewoon een recept volg. Probleem is alleen dat ik de meeste saladerecepten vaak niet zo interessant vind. Ook recepten waarin veel bladgroenten worden gebruikt vallen af (want die zijn totaal verlept als ik er eindelijk m’n tanden inzet).

Vorige week maakte ik een salade (uit “Proef” – het magazine van de Keurslager) die wél interessant was: vanwege de merkwaardige ingrediënten. Maar lékker! Dus al denk je misschien dat ketjap-rookworst in een salade compleet idioot is – gewoon eens proberen!

Maaltijdsalade voor 2 personen:
150 gr (eier)noedels
1 rookworst (á 250 gr), in plakjes
100 ml zoete ketjap
50 gr verse gember, geraspt
1 eetlepel chilisaus
150 gr rauwkostsalade
Eventueel nog toevoegen:
2 eetlepels cashewnoten, grof gehakt
1 eetlepel verse koriander, grof gehakt

Bereid de noedels volgens de aanwijzingen op de verpakking. Meestal komt dit erop neer dat je de noedels moet overgieten met kokend water, om ze vervolgens 4-5 minuten te laten wellen. Giet de noedels af en laat ze afkoelen.
Roer een sausje van de ketjap en de gember en marineer de plakjes rookworst hier ongeveer 15 minuten in.
Bak de plakjes rookworst in een droge koekenpan (ongeveer 5 minuten, pas op dat ze niet verbranden want de ketjap karamelliseert snel!). Verwarm de marinade even mee en voeg hier ook de chilisaus aan toe.
Meng de noedels met de rauwkostsalade, de rookworst en de saus. Garneer eventueel nog met cashewnoten en verse koriander (maar dat heb ik achterwege gelaten).

zaterdag 25 februari 2012

Zuurkoolschotel met chorizo en kerstomaatjes

Ondanks een dagelijkse overdosis aan kookboeken, ben ik ook ernstig verslaafd aan de magazines van supermarkten. Allerhande, Boodschappen, het blaadje van de Keurslager (sorry, naam even vergeten) – ik verzamel ze allemaal. Vaak lees ik ze uit tijdgebrek niet en als ik ze wel lees, bewaar ik ze toch. Want ooit, ooit ga ik bruikbare recepten eruit scheuren. Tuurlijk, joh. Als je dat twee drie jaar lang alleen maar dénkt, bouw je een indrukwekkende stapel van deze blaadjes op. Sterker nog: twéé stapels, want het past allang niet meer op eentje.

Sinds een week ben ik bezig met een Missie. De Missie bestaat eruit om al deze magazines door te bladeren, bruikbare recepten eruit te scheuren en de rest genadeloos weg te gooien. In het tempo tot dusver ben ik hier nog maanden zoet mee, maar het heeft al wel een paar leuke receptjes opgeleverd. Vandaag dus een gerecht uit de Allerhande van januari 2011:

Voor 4 personen:
300 gr gedroogde pasta (bv. farfalle of penne)
250 gr chorizo, in stukjes
1 zak (= 500 gr) wijnzuurkool, vocht afgegoten
250 gr kerstomaatjes, eventueel gehalveerd
1 eetlepel komijnzaad
200 gr crème fraiche
100 gr geraspte (jong) belegen kaas

Verwarm de oven tot 200 graden Celsius.
Kook de pasta volgens de aanwijzingen op de verpakking in licht gezouten water. Giet af en zet apart.
Neem een grote koekenpan en bak hierin de chorizoblokjes (ongeveer 5 minuten). Gebruik geen olie, want er bakt voldoende vet uit de chorizo. Voeg de zuurkool, de tomaatjes, het komijnzaad en de crème fraiche toe en bak dit een paar minuten mee. Schep de pasta door de zuurkool en doe het geheel in een grote ovenschaal. Bestrooi met de kaas en bak de zuurkoolschotel ongeveer 15 minuten in de oven, tot de kaas gesmolten is.

woensdag 22 februari 2012

Snelle paella

Gisteravond zag ik op één avond zowel de Australische als de Britse versie van “Masterchef”. Fantastische programma’s! Toch moet ik oppassen dat ik er geen minderwaardigheidscomplexen aan overhoud. Er verschijnen immers de meest geweldige en voortreffelijk gepresenteerde gerechten en die zijn allemaal gemaakt door… amateurs! Van het soort waar een professional jaloers op zou zijn, maar toch… amateurs!
Hun creaties doen mijn gefröbel in de keuken verbleken tot, inderdaad, leuk geprobeerde knutselwerkjes. Nou ja, het zij zo. In elk geval vind ik m’n geknutsel wel lekker en ga ik onverstoorbaar door om er op deze plek over te schrijven…

Vandaag een recept voor een snelle en gemakkelijke paella, uit “Basic Kitchen / Rijst” van Laurence & Gilles Laurendon (Uitgeverij Terra, verkrijgbaar in de winkel).

Voor 4 personen:
1 eetlepel olijfolie
2 teentjes knoflook, fijngehakt
1 kipfilet, in blokjes
150 gr chorizo, in blokjes
1 rode paprika, in blokjes
2 tomaten, zaadjes verwijderd, in blokjes
400 gr risottorijst (bv. arborio)
1 liter kippenbouillon
200 gr doperwtjes (diepvries)
1 afgestreken theelepel paprikapoeder
een grote snuf saffraandraadjes of saffraanpoeder
100 gr reuzengarnalen
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Neem een grote koekenpan (met passend deksel) en verhit de olijfolie. Fruit hierin kort de knoflook en voeg dan de blokjes kip, chorizo en paprika toe. Breng op smaak met zout en peper en bak dit ongeveer 5 minuten op vrij laag vuur. Doe de tomaten en de rijst in de pan en vermeng alles goed. Bak de rijst een minuutje mee.
Giet de bouillon erbij en voeg eveneens de doperwtjes toe. Breng het geheel nét aan de kook. Voeg eventueel nog wat peper en zout toe en doe de saffraan en het paprikapoeder erbij. Leg het deksel op de pan en laat alles 10 minuten zachtjes koken. Haal dan het deksel van de pan, schep de garnalen erdoor en laat de paella nogmaals 10 minuten zachtjes pruttelen. Top!

zaterdag 18 februari 2012

Simpele klassieke lasagne

Aangezien leuke en lekkere variaties op bestaande oldtimers (lees: mijn post over Boerenkool met tomaten en witte bonen) niet bij iedereen goed in de smaak vallen, wil ik het vandaag eens hebben over een echte klassieker: lasagne. Zonder rare fratsen, gewoon recht-toe, recht-aan. En dan ook nog eens een versie die simpel en behoorlijk snel klaar is. Mooi toch?
Gebruik een grote ovenschaal (bij voorkeur een vierkante of langwerpige, let maar niet op mij), want hier kunnen 4 tot 5 personen van eten. Correctie: van smullen. Doe niet zuinig met de kaas, want uiteindelijk maak je geen lasagne om een strak figuurtje te krijgen, maar om gewoon eens onvervalst lekker te eten. Heeft iemand hier iets op aan te merken? Kom maar op!

Het recept komt uit “Pasta” (Veltman Uitgevers, verkrijgbaar in de winkel).

Voor 4-5 personen:
250 gr gedroogde pastavellen
75 gr mozzarella, heel fijn gesneden of geraspt
60 gr geraspte belegen Goudse kaas
125 ml slagroom
3 eetlepels geraspte Parmezaanse kaas
Voor de kaassaus:
60 gr gezouten roomboter
40 gr bloem
500 ml melk
125 gr geraspte belegen Goudse kaas
Voor de vleessaus:
1 eetlepel olijfolie
1 ui, gesnipperd of in dunne halve ringen
1 teentje knoflook, geperst
500 gr rundergehakt
400 gr (= 2 blikken) gepelde tomaten
3 eetlepels rode wijn
½ theelepel gedroogde oregano
¼ theelepel gedroogde basilicum
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Neem een grote ovenschaal en vet deze goed in met boter of olijfolie. Verdeel de pastavellen in 4 identieke pakketjes. Neem 1 pakketje en verdeel deze over de bodem van de schaal (breek de vellen eventueel om gaten op te vullen). Verhit de oven tot 180 graden Celsius.
Neem een steelpan en smelt hierin de boter. Doe de bloem erbij en “bak” de bloem 1-2 minuten. Haal dan de pan van het vuur en roer langzaam de melk erdoor. Zet de steelpan weer terug op het vuur (middelhoog) en blijf roeren tot de saus goed bindt. Laat de saus nog een paar minuten sudderen en roer dan de kaas erdoor. Breng op smaak met zout en peper en zet de kaassaus apart tot gebruik.
Neem een grote pan en verhit hierin de olijfolie. Doe de ui en de knoflook in de pan en fruit deze een paar minuten (tot de ui wat zachter geworden is). Voeg het rundergehakt toe en bak dit rul en bruin. Doe dan de tomaten (prak ze met een vork wat kleiner), de wijn, de oregano en het basilicum erbij. Breng op smaak met zout en peper. Breng de saus aan de kook, draai het vuur laag en laat zo’n 20 minuten zachtjes sudderen.
Hierna kun je aan de slag met het bouwpakket: schep 1/3 deel van de vleessaus in de ovenschaal, daarbovenop 1/3 deel van de kaassaus, gevolgd door een pakketje pastavellen. Herhaal dit 2 keer (en sluit dus af met het laatste pakketje lasagnevellen) en verdeel dan de mozzarella en de belegen kaas erover. Schenk de slagroom erover en sluit af met de geraspte Parmezaan. Zet de ovenschaal zo’n 40 minuten in de oven en serveer direct. De lasagne laat zich ook prima invriezen.

woensdag 15 februari 2012

Frittata met mortadella en mozzarella

Ook bekend als: omelet met boterhamworst en mozzarella. Alleen klinkt de eerste versie duidelijk beter. En nee, boterhamworst is niet hetzelfde als mortadella, maar het is wel veel eenvoudiger te vinden (en als je het dan vindt, en er blijken pistachenootjes door de mortadella te zitten, dan bedank ik er alsnog voor).
Niet bepaald een hoogdravend recept, maar wel reuze smakelijk en gemakkelijk voor zo’n dag waarop je even wat minder tijd hebt. Je kunt deze frittata beschouwen als een genereus hoofdgerecht voor 1 persoon, maar je kunt ‘m ook in punten snijden en als snack voor 6-8 personen presenteren.


Voor 1 grote frittata:
5 – 6 eieren
125 gr mortadella (of boterhamworst), in grove stukken gehakt
bol verse mozzarella van 125 gr, in grove stukken
1 eetlepel gehakte peterselie of salie
1 eetlepel versgeraspte Parmezaanse kaas
(zee)zout en versgemalen zwarte peper
15 gr boter

Laat de grill heet worden.
Klop de eieren los met de mortadella en de mozzarella. Roer de peterselie/salie erdoor, samen met de Parmezaanse kaas en zout (voorzichtig!) en peper naar smaak. Verhit de boter in een koekenpan, laat de pan heet worden en giet het eimengsel erin. Draai het vuur laag en laat de frittata 5-7 minuten rustig bakken. Roer vooral niet, maar wacht kalm af tot de onderkant gestold en goudgeel is. Zet dan de pan onder de hete grill (of: schuif de omelet op een bord en zet het bord onder de grill) tot de bovenkant ook gestold is (blijf er even bij, dit kan snel gaan). Garneer met de extra peterselie/salie.

zaterdag 11 februari 2012

Bruin sodabrood met zaadjes

Ik schreef al eerder over wit sodabrood (met toevoeging van allerlei (verse) kruiden) en inmiddels is het een wekelijks zondagritueel geworden: rondje hondje, sodabrood in de oven, smullen! Alleen op koopzondag werkt dit niet, maar goed, je moet wat over hebben voor de extra omzet. J
Van sodabrood bestaat ook een bruine variant, maar daar is het recept een klein beetje anders. In plaats van kruiden heb ik hieraan een aantal verschillende zaden toegevoegd: sesamzaadjes, pijnboompitten, zonnebloempitten en pompoenpitten. Angstaanjagend gezond en enorm lekker.
Opnieuw geldt: sodabrood is “dicht” en stevig, zwaar brood. Niets voor liefhebbers van luchtige bammetjes, maar perfect voor mij!


Voor 1 sodabrood:
225 gr tarwebloem
225 gr volkorenmeel
1 ei
1 afgestreken theelepel baksoda
1 theelepel zout
50 gr gemengde zaden en pitten
375 - 400 ml karnemelk

Verwarm de oven tot 225 graden Celsius.
Zeef de bloem, het meel en het baksoda boven een grote kom. De vliesjes uit het meel blijven achter in de zeef – doe deze er wel bij (het gaat erom dat de rest goed fijn en zonder klontjes is). Voeg het zout en de zaden toe en klop de karnemelk los met het ei. Maak een kuiltje in het bloemmengsel en giet (het grootste deel van) de karnemelk erin. Vorm een soort klauw van je hand en vermeng de karnemelk met de droge ingrediënten. Voeg eventueel iets meer karnemelk toe, maar zorg dat het deeg niet vochtig en plakkerig is. Ga niet kneden! Zorg dat het deeg een goed samenhangend geheel vormt en vorm er dan (op een met bloem bestoven werkplek) een rond brood van (ongeveer 4 cm hoogte). Neem een scherp mes en maak een diep kruis in het deeg. Leg het deeg op een bakplaat (voorzien van bakpapier) en bak het brood 15 minuten in de oven. Verlaag dan de temperatuur tot 200 graden Celsius en bak nog 30 minuten. Leg het brood de laatste 5 minuten van de baktijd op z’n kop in de oven en laat het daarna goed afkoelen op een rooster.

woensdag 8 februari 2012

Paksoi-stamppot met kokos-gehaktballetjes

Of: het gerecht dat er bijna niet kwam.
Ik ben een redelijk georganiseerd mens. Keurige boodschappenlijstjes, strakke planning – check! Het komt dan ook eigenlijk bijna nooit voor dat ik een ingrediënt (waarvan ik weet dat ik het nodig heb) niet in huis heb. Ik stond dus ook versteld van m’n eigen onbenulligheid toen gisteren bleek dat er geen uien meer waren. Uien! Van die dingen die je áltijd in huis hebt. Behalve dan dat ze er gisteren dus niet waren…

De oplossing bleek eenvoudig. Aangezien het hier een Oosterse stamppot betreft, zijn de verse uien simpelweg vervangen door gefrituurde uitjes (uit zo’n bekertje van Conimex). Daar kun je me ’s nachts wakker voor maken (die dingen zijn zo lekker!) en het moet gek lopen wil ik die niet stand-by hebben.
Ik was verder ook nog heel creatief met de kokosmelk: je denkt toch zeker niet dat ik een blikje ga openen als ik welgeteld 2 eetlepels nodig heb? Dan maar gewone melk met wat geraspte kokos erbij! Waarschijnlijk smaakte het gerecht compleet anders dan het oorspronkelijk bedoeld was, maar – serieus! – ik vond het heerlijk!

Dit recept komt uit “Stamppot!” van Thea Spierings (Karakter Uitgevers, verkrijgbaar in de winkel). Zoals gebruikelijk komen alle aanpassingen uit mijn koker.

Voor 4 personen (ik maakte de helft):
400 ml groentebouillon
1 kg (kruimige) aardappels, geschild en in grote blokken
1½ eetlepel + scheutje melk
1 + 1 eetlepel olijfolie
2 + 2 eetlepels gefrituurde uitjes
1 grote struik paksoi, fijngesneden
2 theelepels sambal (oelek / badjak)
400 gr rundergehakt
1 ei
1 teentje knoflook, fijngehakt
2 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel grove mosterd
2 + 1 eetlepels geraspte kokos
circa 1 eetlepel paneermeel
scheutje water
2 eetlepels pindakaas
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Meng het gehakt met het ei, 2 eetlepels uitjes, de knoflook, de ketjap, de mosterd, 2 eetlepels kokos en een snuf zout en peper. Voeg eventueel het paneermeel toe als het mengsel te vochtig is. Draai er kleine balletjes van (iets groter dan een walnoot) en laat ze 30 minuten opstijven in de koelkast.
Verhit 1 eetlepel olie in een braadpan en bak de balletjes rondom bruin. Blus af met een scheutje water, 1½ eetlepel melk en 1 eetlepel geraspte kokos. Roer de pindakaas erdoor, zet het vuur laag, doe een deksel op de pan en laat de gehaktballen in ongeveer 15 minuten rustig gaar worden.
Kook de aardappel zo’n 15-20 minuten in de bouillon, tot ze goed gaar zijn. Giet ze af, stamp ze fijn met een scheutje melk en een eetlepel olijfolie. Schep de sambal, de paksoi en de resterende 2 eetlepels gefrituurde uitjes door de aardappelpuree.

zaterdag 4 februari 2012

Thaise rosbiefsalade met mango

Mango. Mango! Alweer mango? Yep.
Ik snap ook wel at ik vorige week al met een mango in de weer was, maar de groenteman had geen papaja. Toch moest er een zoetig fruit in de salade, zo had ik mij voorgenomen, dus toen werd het opnieuw… mango. Niet dat daar iets mis mee is!

Oorspronkelijk komt het recept voor deze Thaise rosbiefsalade uit een heel leuk foldertje van het Diabetes Fonds dat hier in de winkel ligt. Omdat dat een voorgerecht betreft en ik er een hoofdgerecht van wilde maken, heb ik links en rechts wat dingen veranderd en toegevoegd. Eigenlijk heb ik het Diabetes recept gecombineerd met een recept uit “Koken met de seizoenen” van Ross Dobson (Veltman Uitgevers, verkrijgbaar in de winkel). Alleen gebruikt meneer Dobson kip en paprika, maar dan toch geen mango. En het Diabetes Fonds gebruikt geen suiker in de dressing. En ook geen mango. Verder is het allemaal heel logisch. Enfin, het werd heel lekker en hier is het recept:

Hoofdgerecht voor 2 personen:
200 gr rosbief (vleeswaren), in repen gescheurd
1 komkommer, geschild en zaadlijsten verwijderd, in blokjes
4 bosuitjes, in dunne ringen
1 rode peper, fijngehakt
1 mango, in blokjes
100 gr eiernoedels
1 eetlepel sesamzaadjes
½ bosje koriander, grof gehakt
sap van een ½ limoen
1 eetlepel aceto balsamico
1½ theelepel suiker
1 eetlepel zonnebloemolie
1 eetlepel Thaise vissaus
½ theelepel sesamolie
versgemalen zwarte peper

Schud of roer een dressing van het limoensap, de aceto, de suiker, de zonnebloemolie, de vissaus en de sesamolie. Voeg versgemalen zwarte peper naar wens toe.
Rooster de sesamzaadjes in een droge koekenpan en laat afkoelen. Bereid de noedels volgens de aanwijzingen op de verpakking (meestal houdt dit in dat je kokend water op de noedels giet en ze 5 minuten laat staan. Giet dan het water af en laat afkoelen).
Meng de ingrediënten voor de salade door elkaar: rosbief, komkommer, ui, peper, mango, sesamzaadjes, koriander en de noedels. Maak dit aan met de dressing en serveer direct.

woensdag 1 februari 2012

Gegratineerde boerenkool met tomaat en witte bonen

Eigenlijk had ik voor vandaag een ander recept gepland, maar vanwege het fantastisch mooie vriesweer zijn de plannen gewijzigd. Bij vriesweer hoort boerenkool, nietwaar? Mijn favoriete groente – waarvoor ik altijd op zoek ben naar leuke recepten.
Omdat boerenkool (niet alleen bij mij, maar bij zoveel Nederlanders) zo geliefd is, vind ik het extra leuk dat mijn oude blogpost “Boerenkool voor beginners” één van de meest bezochte pagina’s op dit blog is! Ik hoop stiekem dat ik hiermee heel veel mensen heb kunnen aanzetten om lekker zelf aan de gang te gaan.

Dit recept heeft weinig met de originele Hollandse stamppot te maken, maar is een hele bijzondere en vooral lekkere manier om boerenkool eens heel anders te eten. Ik ontleende dit briljante idee niet aan een boek, maar aan het foodblog van Cooksister.

Voor 3-4 personen:
1 + ca. 1 eetlepel olijfolie
350-400 gr varkenssaucijzen
4 lente-uitjes, in dunne ringen
½ rood pepertje, fijngehakt
1 teentje knoflook, geperst
400 gr tomatenblokjes (blik)
360 gr witte bonen (pot, afgespoeld en uitgelekt)
250 gr boerenkool
1 eetlepel verse salie, in dunne reepjes
75 gr broodkruimels of paneermeel
50 gr Parmezaanse kaas, geraspt
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius.
Blancheer de boerenkool 2 minuten in licht gezouten water, laat uitlekken (knijp eventueel nog even extra uit) en snijd in repen van ongeveer 1 cm dikte.
Verwijder het vel van de varkenssaucijzen. Verhit een eetlepel olijfolie in een grote pan en doe het varkensvlees hierin. Bak dit een beetje rul en voeg na een paar minuten de uitjes, het pepertje en de knoflook toe. Bak deze een paar minuten mee en voeg dan de tomatenblokjes, de bonen en de boerenkool toe. Laat dit eveneens een paar minuten meegaren en doe uiteindelijk de salie erbij. Breng op smaak met zout en peper.
Neem een kom en vermeng hierin de broodkruimels met de Parmezaanse kaas en ruimschoots versgemalen peper. Vermeng goed.
Gebruik een grote ovenschaal (invetten is niet nodig) en schep het boerenkoolmengsel hierin. Bestrooi met een dikke laag broodkruimels en giet er nog wat olijfolie overheen. Zet de ovenschaal 30 minuten in de oven en geniet dan van deze boerenkool-op-een-andere-manier!

Op de foto ziet het eindresultaat er nogal droog uit. Dat was het echter niet! Wil je toch een wat vochtigere structuur, voeg dan de tomatenblokjes pas op het allerlaatste moment toe en laat het tomatenvocht niet inkoken.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...