woensdag 31 juli 2013

Bladerdeegcrostata met Port Salut en rauwe ham

Voordat iedereen begint te gillen: Ja, ik weet dat je een echte crostata niet met bladerdeeg maakt. Ja, ik weet best dat je hiervoor een korstdeegje moet maken en dat alle afwijkende varianten niet toegestaan zijn. En weet je wat: als het buiten 35 graden Celsius is en de koolmezen uit de dakgoot kieperen, heb ik mooi geen zin om korstdeeg te maken.

Als iedereen nu gewoon even een oogje toeknijpt en alle zo-hoort-het-principes overboord zet, blijkt deze bladerdeegcrostata ineens een prima alternatief. Je hoeft het niet zelf te maken (dat doen alleen échte liefhebbers of enorme fanatiekelingen, maar die zullen dit blog niet lezen), alleen maar uit te rollen en de vulling is in een ogenblik geregeld. Kwartiertje in de oven, kleine salade erbij en je kunt weer terug naar je plekje in de schaduw!


Voor 4 personen:
375 gr kant-en-klaar bladerdeeg, ontdooid
2 eieren, geklopt
100 gr Parmezaanse kaas, geraspt of in schilfers
100 gr rauwe ham, in grove stukken gescheurd
50 gr Port salut (of taleggio, brie of camembert), in kleine blokjes

Verwarm de oven voor op 225 graden Celsius.
Leg de plakjes bladerdeeg op elkaar en rol ze uit tot een lap die een bakplaat kan bedekken. Leg het deeg op de bakplaat (invetten is niet nodig) en maak een klein opstaand randje.
Klop de eieren en de Parmezaanse kaas door elkaar en verdeel dit gelijkmatig over de bladerdeegbodem. Verdeel de rauwe ham en de stukjes kaas erover en bak de crostata in 13-15 minuten gaar en goudbruin.
Serveer de punten met een eenvoudige rucolasalade met een dressing van aceto balsamico, extra vergine olijfolie, zout en peper.

vrijdag 26 juli 2013

Gnocchi met pesto van geroosterde paprika en koriander

Ik ben stiekem een beetje jaloers op Annabel Langbein. Wat zeg ik? Ik ben héél jaloers op Annabel Langbein. Ik wil namelijk ook wel zo’n huis op zo’n plek, met zo’n moestuin en zo’n uitzicht. Alleen jammer dat je er voor naar Nieuw-Zeeland moet.

Afijn, ondanks dat is er niets dat je tegenhoudt om de recepten van Annabel ook gewoon in Nederland te maken. De paprika’s komen dan wel niet uit m’n eigen moestuin, maar dat mag de pret niet drukken. Ik heb voor dit recept zelfs mijn amandel-fobie even geparkeerd, want deze pesto leek me zó onwaarschijnlijk lekker dat ik besloot om braaf de aanwijzingen te volgen. En wat een fijn plan bleek dat!


Voor ongeveer 750 gr pesto:
6 rode paprika’s, gewassen en goed afgedroogd
4 eetlepels extra vergine olijfolie
2 teentjes knoflook, geperst of fijngehakt
1 theelepel gewoon paprikapoeder
1 theelepel gerookt paprikapoeder
4 eetlepels geroosterde amandelen
4 eetlepels koriander, fijngehakt
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Verwarm de oven tot 250 graden Celsius. Leg de paprika’s op de bakplaat en rooster ze in ongeveer 30 minuten bijna zwart (draai halverwege een keer om). Stop dan de paprika’s in een plastic zakje, sluit die goed af en laat ze zeker 30 minuten ‘zweten’. Daarna kun je de velletjes en zaadlijsten verwijderen, maar probeer zo veel mogelijk vocht uit de paprika’s op te vangen.
Neem een kleine, droge koekenpan en rooster de amandelen een paar minuten hierin. Als ze een goudbruin kleurtje hebben gekregen zijn ze klaar. Zet de amandelen apart. Doe de olie, de knoflook en de paprikapoeders in dezelfde pan en verwarm alles kort (maximaal 30 seconden).
Doe vervolgens alle ingrediënten in de keukenmachine (paprika’s met vocht, amandelen, knoflook-paprika-olie en koriander) en maal fijn. Voeg eventueel wat extra olijfolie toe en breng op smaak met zout en peper.
In een afgesloten pot is deze pesto een week houdbaar in de koelkast.

Voor de pasta (2 personen):
250 gr gnocchi
250 gr geroosterde paprikapesto
1 eetlepel olijfolie
200 gr rucola
Parmezaanse kaas, geraspt
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Kook de gnocchi een paar minuten in ruim gezouten water. Als de gnocchi boven komen drijven, zijn ze gaar en kunnen ze worden afgegoten. Schep vervolgens de pesto erdoor en laat even staan, zodat de pesto verwarmd wordt.
Doe de olijfolie in een koekenpan en voeg de rucola toe. Stoof de rucola een paar minuten (slinkt snel) en breng op smaak met zout en peper.
Schep de gnocchi op 2 borden, doe de rucola erbij en rasp of schaaf er Parmezaanse kaas over.

zaterdag 20 juli 2013

Tomatenquiche met polentabodem

Ik had al een tijdje al geen quiche meer gemaakt en eigenlijk was ik het ook niet van plan. Op de één of andere manier verbind ik een quiche of hartige taart vaak met de herfst of de winter en vind ik het niet echt passen bij zomerse temperaturen.
Dit bizarre idee zette ik direct overboord toen ik dit recept zag voor een zonnige quiche met geroosterde tomaten. Een eenvoudig, maar smakelijk idee – waarbij de polentabodem zorgt voor een bijzondere draai.
Ik gebruikte een wat grove polenta voor deze bodem, maar ga hem ook nog een keer maken met het fijnere maïsmeel. De smaak zal hetzelfde zijn, maar de textuur van de bodem zal ongetwijfeld verschillen. Mijn eerste poging beviel echter zó goed dat er zeker een tweede versie gaat komen!


Voor 4 personen:
4 (roma-)tomaten, gehalveerd
8 takjes tijm
grof gemalen zwarte peper
Voor de polentabodem:
75 gr bloem
170 gr instant polenta of maïsmeel
120 gr ongezouten boter
80 ml water
Voor de vulling:
300 gr creamcheese light (Philadelphia)
3 eieren
handvol fijngehakte basilicumblaadjes
25 gr geraspte Parmezaanse kaas

Begin met het roosteren van de tomaten (dit kun je ook prima een dag van tevoren doen). Verwarm hiervoor de oven tot 200 graden Celsius en bekleed de bakplaat met bakpapier of aluminiumfolie. Leg de tomaten met de snijkant naar boven op de plaat, leg op elke halve tomaat een takje tijm en maal er royaal zwarte peper over. Zet de tomaten 30 minuten in de oven, tot ze zacht zijn. Zet apart tot gebruik.

Gebruik een keukenmachine om de bodem te maken. Doe het bloem, de polenta, de boter en het water in de keukenmachine en draai hiervan snel een (ietwat vochtig) deegje. Doe het deeg in een beboterde taartvorm (doorsnede 24 cm) en druk het met de bolle kant van een lepel op z’n plek. Dek het deeg af met bakpapier en zet de taartvorm 15 minuten in de oven (voorverwarmd op 180 graden Celsius). Je kunt eventueel ook een vulling van bakbonen gebruiken, maar ik deed dat niet. Verwijder dan het bakpapier en bak de bodem nogmaals 15 minuten.
Maak in de tussentijd de vulling door de creamcheese en de eieren in een grote kom te mengen (met een garde gaat dit prima, maar je kunt ook opnieuw de keukenmachine gebruiken). Schep vervolgens de basilicum en de Parmezaanse kaas erdoor.
Verdeel de vulling over de taartbodem en druk de geroosterde tomaten erin (met snijzijde naar boven). Bak de taart in 25 minuten gaar. Serveer direct!

dinsdag 16 juli 2013

Wraps met tandoorikip en ananassalsa

Do you like it hot? Ik wel! Ik houd van warm weer (ik klaag niet snel over warmte, maar heel snel over kou) en ik houd ook van pittig eten. Als er in een recept staat dat je 1 of 2 pepertjes kunt gebruiken, doe ik er vaak 2 in. Meestal zonder zaadjes, maar liever mét. Ook in het onderstaande recept van Lorraine Pascale staat in het originele recept dat je, naar wens, 1 of 2 theelepels chilipoeder kunt toevoegen. In mijn geval werden dat dus 2 hele volle theelepels. Dat was misschien toch een tikje te veel van het goede, maar een flinke schep yoghurt (eventueel vermengd met wat kleine blokjes komkommer en fijngehakte munt) zorgt altijd voor verkoeling. Hoe heet wil jij je eten het liefst?


Voor de wraps (4 personen):
8 tarwetortilla’s
3 flinke kipfilets, in kleine stukjes
4 eetlepels yoghurt
3 teentjes knoflook, geraspt
stukje verse gember (ongeveer 2 cm), geraspt
3 eetlepels paprikapoeder
1 eetlepel garam masala
1 theelepel ketoembar
1-2 theelepels chilipoeder
1 limoen
(zee)zout en versgemalen zwarte peper
Voor de ananassalsa:
400 gr verse ananas, in blokjes
6 kerstomaatjes
handjevol koriander
1 limoen

Verwarm de tortilla’s, bijvoorbeeld door ze in aluminiumfolie in te pakken en 10-15 minuten in een lauwe oven (75 graden Celsius) te leggen.
Vermeng de kip, de yoghurt, de knoflook, de gember, het paprikapoeder, de garam masala, de ketoembar en het chilipoeder in een kom. Knijp het sap uit de limoen, voeg zout en peper toe en laat alle smaken even intrekken.
Verwarm een scheut plantaardige olie in een grote koekenpan en bak de kip in circa 10 minuten gaar.
Serveer de tortilla’s met de kip, eventueel wat verkoelende yoghurt (zie boven) en de ananassalsa:

Zorg dat de ananas in vrij kleine stukjes gesneden is (snijd eventueel de voorgesneden stukjes wat kleiner). Snijd de tomaten in vieren en hak de koriander grof. Schep dit in een kom door elkaar, samen met het sap van de limoen.

donderdag 11 juli 2013

Kokosrotsjes a la mere de famille

Wie kijkt er elke week naar “Heel Holland bakt”? Ik wel, hoor! Ik mis ook nooit een aflevering van “The Great British Bake Off” (hoop dat het snel weer begint) en daar kan ik enorm van genieten. Ik bak graag, maar het niveau dat daar (vooral in Groot-Brittannië, van het Nederlandse niveau ben ik veel minder onder de indruk) gehaald wordt is voor mij niet weggelegd.

Ongebakken
Aangezien ik niet in het bezit ben van een suikerthermometer is de verfijnde patisserie sowieso niet te doen (nog helemaal afgezien van het feit dat “verfijnd” volstrekt niet van toepassing is op mijn bak- en kookkunsten). Desondanks durfde ik me best te wagen aan deze kokosrotsjes. Het verhitten van eiwitten en suiker tot 45 graden Celsius is echt niet moeilijk: da’s maar nét warmer dan je lichaamstemperatuur (soms is je wijsvinger de beste thermometer) en bovendien kun je het gewoon zien als de suiker oplost. Simpel gevalletje van ‘even opletten’, dus!

Het recept komt uit À la mere de famille” van Julien Merceron (Good Cook Publishing). Ik maakte 2/3 deel van het totale recept, hetgeen 28 rotsjes opleverde.

Voor ongeveer 40 kokosrotsjes:
3 eiwitten
220 gr fijne kristalsuiker
200 gr geraspte kokos

Meng de eiwitten en de suiker in een kom en verwarm dit mengsel au bain-marie (*) tot 45 graden Celsius. Rond deze temperatuur begint de suiker op te lossen en wordt het mengsel helder van kleur. Als de suiker volledig is opgelost, kun je de eiwitten overgieten in de mengkom van een keukenmachine of mixer. Klop het mengsel op hoge snelheid tot er stijve witte pieken ontstaan (dit duurt wel even, ik schat een minuutje of 5).
Neem een spatel en schep met de hand de geraspte kokos erdoor.

Gebakken
Bekleed een bakplaat met vetvrij bakpapier en leg hierop kleine hoopjes (ik gebruikte hiervoor 2 theelepels). Laat de ongebakken kokosrotsjes 2 uur drogen op kamertemperatuur en bak ze dan in een voorverwarmde oven (230 graden Celsius) in 4-5 minuten goudbruin.
Heerlijk! Knapperig van buiten, zacht van binnen en niet te zoet…

(*)  Au bain-marie: zet de kom boven een pan met zachtjes kokend water. Zorg dat de kom het wateroppervlak niet raakt.

zaterdag 6 juli 2013

Bruschetta met geitenkaas en tuinbonen

Ergens eind maart stelde ik op Facebook de vraag welke (lente)groente jullie, beste lezers, hier op dit blog graag zouden zien schitteren. Er volgde een overweldigend aantal reacties – 2 stuks. Met twee verschillende groenten, dus er was geen winnaar. Conclusie: beide groenten krijgen een post!

Hoewel.. die ene (snijbiet) moet nog even wachten, want dat blijk je niet zo heel gemakkelijk te kunnen kopen. Niet bij de groentemeneer en ook niet op de markt. Binnenkort eens even kijken bij de biologische winkel – hopelijk snel gevolgd door een smakelijk recept op deze plek.

De andere groente (tuinbonen) is zonder problemen verkrijgbaar. Klein probleempuntje voor mij: ik kan er niet warm voor lopen. Het probleem zit ‘m in dat venijnige, taaie schilletje – wat voor mij de hele boon verpest. In dit recept vind je de eenvoudige oplossing: dubbel doppen. Dan hou je bijna niets over (behalve heel veel afval), maar in dit recept heb je ook niet zo veel nodig – en op deze manier eet ik heel graag tuinboontjes!


Voor ongeveer 10 stuks:
1 (afbak) ciabatta
500 gr tuinbonen (in schil)
100 gr zachte geitenkaas
1 takje munt, blaadjes fijngehakt
sap van ½ citroen
(zee)zout en versgemalen zwarte peper
 
Bak (eventueel) het brood af in de oven, volgens de aanwijzingen op de verpakking. Laat het even afkoelen en snijd het dan in dikke plakken. Verhit een grillpan en leg de plakken ciabatta erop tot donkere roostersporen verschijnen. Draai de plakken om en rooster ook de andere kant. Haal het brood uit de grillpan en laat afkoelen tot gebruik.
Haal de tuinbonen uit hun lange groene jas en kook ze 5 minuten in ongezouten water (controleer met een mes of ze gaar zijn). Giet de bonen af en doe koud water in de pan. Laat de tuinbonen even afkoelen in het water en giet ze daarna opnieuw goed af. Neem een klein, scherp mesje en maak een sneetje in elke boon. Druk vervolgens de groene boontjes eruit – en gooi de vieze, grijze omhulsels weg.
Besmeer de plakken ciabatta royaal met de zachte geitenkaas. Doe de dubbelgedopte boontjes in een kom, voeg de munt en het citroensap toe en vermeng goed. Schep een eetlepel van dit mengsel op elke bruschetta en bestrooi ze met zeezout en versgemalen peper. Serveer direct!

dinsdag 2 juli 2013

Zalm met tuinkruiden en feta-creme

Onlangs werd er – zonder boze bedoelingen – tegen mij gezegd dat de recepten op dit blog steeds eenvoudiger worden. Dat klopt. In het verleden waagde ik me nog wel eens aan ingewikkelde en uitvoerige (en vaak tijdrovende) experimenten, maar tegenwoordig zijn ongeveer alle posten makkelijk en snel klaar.

Dit blog is een weerspiegeling van de manier waarop ik écht kook. Alle teksten en foto’s zijn van mij en alles is ook door mij gemaakt (behalve de gastposten) en opgegeten. De realiteit van mijn leven is echter dat ik sinds bijna 5 jaar eigenlijk non-stop voor Cook & Book in de weer ben en dat langzamerhand de energie een beetje op is. Niet dat ik me beklaag, hoor! Ik doe dit met enorm veel plezier, maar als ik dan thuis kom wil ik ook wel eens… niets doen…

Om die reden is de frequentie waarmee nieuwe berichten verschijnen de laatste jaren al drastisch verlaagd en inderdaad, de recepten zijn – vrijwel zonder uitzondering – niet al te bewerkelijk. Maar wel lekker! Want lekker eten en drinken is een must!

Het onderstaande recept past helemaal in deze filosofie: simpel, snel klaar, gezond en lekker! Het recept komt uit “Zalm” van Paula Ahlsén Söder (Uitgeverij Atrium, verkrijgbaar in de winkel).

Voor 4 personen:
600 gr zalmfilet
3 grote handenvol verse tuinkruiden (bv. salie, basilicum, oregano, tijm, munt), fijngehakt
2 eetlepels olijfolie
200 gr feta
125 ml crème fraîche (light)
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Verwarm de oven op 200 graden Celsius. Neem een ruime ovenschaal, bestrijk de bodem met wat olie en strooi er zout en peper op. Leg de zalmfilets met de velzijde naar beneden in de schaal. Verdeel de kruiden over de bovenkant van de filets (druk even goed aan), druppel voorzichtig de olie erover en breng op smaak met zout en peper.
Bak de zalm in ongeveer 15 minuten in de oven gaar.
Maak in de tussentijd de feta-crème: doe de feta in een kom en prak de kaas met een vork goed fijn. Roer de crème fraîche erdoor en eventueel nog wat achtergehouden tuinkruiden. Breng op smaak met zout en peper.
In Casa Cook & Book werden de zalm en feta-crème geserveerd met gebakken krieltjes en een simpele komkommersalade (komkommerschijfjes met zout en een scheutje witte balsamico azijn). Topgerecht!
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...