dinsdag 22 juli 2014

Noedelsalade met kokos, garnalen en lychees

Als je besluit om een gerecht te gaan maken uit een boek waarvan het niveau duidelijk hoger ligt dan de gemiddelde Jamie Oliver-bestseller, weet je dat er wellicht iets mis kan gaan (tenminste: bij mij wel). Uit voorzorg had ik het recept al een tikje eenvoudiger gemaakt, maar toch ging ik nog lelijk te mist in.



Het recept schrijft een praline met cashewnoten voor. Wie mijn vorige blogpost gelezen heeft, weet dat ik – op z’n zachtst gezegd – niet warm loop voor cashewnoten. In mijn versie waren die dus al vervangen door dry roasted peanuts. Ik had nog nooit karamel gemaakt, maar ging vol goede moed aan de slag. Twee keer. Twee keer ging het mis.
Misschien had ik toch even een instructiefilmpje moeten bekijken over het maken van karamel. Het kan nooit héél erg moeilijk zijn, maar afgelopen weekend was het voor mij toch even te hoog gegrepen.

In het kader van “do as I say, don’t do as I do” heb ik het recept dus nog een tikje verder aangepast – vergeet de karamel, gebruik suikerpinda’s. Klaar, niet moeilijk doen.

Oh, en wie denkt dat ik me door deze tegenvaller liet kisten: no way! Dat was ook terecht, want deze salade is spectaculair mooi en spectaculair lekker! Het is zó de moeite waard om hier even je best voor te doen…


Voor 4 personen:
3 eetlepels geraspte kokos
250 gr rijstnoedels
6 takjes munt, alleen de blaadjes
1 handvol koriander, alleen de blaadjes
1 rode grapefruit (beter: 1 gele grapefruit / nog beter: 1 pomelo), geschild, partjes tussen de vliezen weggesneden
8 lychees (vers of uit blik), geschild, zonder pit en in kwarten gesneden
80 ml limoensap
1-2 eetlepels vissaus
Voor de suikerpinda’s:
1 bakje suikerpinda’s
1 gedroogd lombokpepertje
Voor de garnalen:
1 stengel citroengras, gehalveerd en gekneusd
50 ml vissaus
2 kaffir lime blaadjes
12 rauwe jumbogarnalen, gepeld en darmkanaal verwijderd



Verwarm de oven voor op 150 graden Celsius. Neem een bakplaat en verspreid de geraspte kokos over het oppervlak. Rooster de kokos ongeveer 8 minuten in de oven, tot ze een goudbruin kleurtje heeft. Zet weg tot gebruik.

Doe de suikerpinda’s en het gedroogde pepertje in een keukenmachine en maal kort. Het is niet de bedoeling dat de pinda’s tot gruis gemalen worden, eerder het formaat van grove broodkruimels.

Neem een steelpannetje en vul deze tot de helft met koud water. Voeg het citroengras, de kaffir lime blaadjes en de vissaus hieraan toe en breng het geheel aan de kook. Verwijder het citroengras en de limoenblaadjes uit het vocht en doe de jumbogarnalen erin. Pocheer de garnalen op matig vuur, ongeveer 4 minuten. Schep de garnalen uit het vocht (dit wordt verder niet meer gebruikt), leg ze op een bord en zet dit direct in de koelkast tot gebruik.

Kook de rijstnoedels volgens de aanwijzingen op de verpakking. In mijn geval was een kooktijd van 2 minuten noodzakelijk. Spoel de noedels af met koud water (om het garingsproces te stoppen) en roer er wat plantaardige olie doorheen om plakken te voorkomen.

Nu kun je beginnen met het samenstellen van de salade:
Neem een grote kom en doe de kokos, de suikerpinda’s (ongeveer 3 eetlepels van het mengsel), de rijstnoedels, de kruiden (munt + koriander), de grapefruit-partjes en de lychee-partjes erin. Voeg het limoensap en 1-2 eetlepels vissaus toe en vermeng het geheel goed.
Snijd de jumbogarnalen halfdoor en voeg ze toe aan de salade.

Het is even werk…. maar deze salade zal niet teleurstellen!

dinsdag 15 juli 2014

Amandel-tahinikoekjes

Vraag me niet wat me bezielde. Maanden geleden vond ik een recept op het blog van David Lebovitz dat me bovenmatig interesseerde – ondanks het feit dat er amandelen in gebruikt werden.
Ik ben geen liefhebber van amandelen. Alle noten mogen me gestolen worden. Van hele amandelen gruwel ik (al slik ik ze dapper door als ze voor m’n neus gezet worden), gemalen amandelen zijn zo-zo. Laat me niet uitleggen waarom ik amandelspijs en macarons wél lekker vind, dat begrijp ik zelf ook niet. Dus waarom viel mijn oog op dit recept?

Misschien omdat ik tahini (*) (of: tahin – sesampasta) heerlijk vind en het een spannend idee leek om hier koekjes mee te bakken. Ik begon met de nodige reserves aan dit experiment, want ja… die amandelen… Maar mensen: negeer al m’n woorden, want deze koekjes zijn fantastisch! Perfect van smaak (de amandel overheerst niet en de tahini trouwens ook niet), tikje bros en toch van binnen een beetje chewy… Geweldig!

Voor ongeveer 35 koekjes:
140 gr patentbloem
140 gr tarwebloem
70 gr gemalen amandelen
150 gr koude (ongezouten) roomboter, in blokjes
150 gr fijne kristalsuiker
1 theelepel vanillepasta (of: vanille-extract)
1 afgestreken theelepel espressopoeder (**)
snufje tafelzout
2-3 eetlepels water
200 gr tahini

Verwarm de oven voor op 175 graden Celsius en bekleed je bakplaat met bakpapier.
Mix (met een keukenmachine of met een elektrische mixer) de patentbloem, de tarwebloem, de amandelen, de boter, de suiker, de vanillepasta en het zout door elkaar tot een kruimelig deeg is ontstaan. Voeg het water en de tahini toe en mix opnieuw tot een glad deeg is ontstaan. Kneed nog heel even met de hand door en vorm dan kleine balletjes (ongeveer ter grootte van een walnoot) van het deeg. Leg de balletjes op de bakplaat en druk ze met je vingers een beetje in.
Bak de koekjes ongeveer 14 minuten in de oven, tot ze lichtbruin zijn.

(*) In het recept van David Lebovitz wordt rauwe tahini gebruikt, maar ik nam de normale variant.
(**) Dit kun je ook weglaten, of vervangen door kaneelpoeder of gemalen kardemom.

dinsdag 8 juli 2014

Pittige empanada's

Je hebt mensen die eten móói kunnen maken. Sierlijk op een bord gedrapeerd, altijd met verse kruiden erover – bijna glamorous eten.
De trouwe lezer van dit blog weet dat je hier NIET op de juiste plek bent voor glamourfood. Het is niet zo mijn ding, want het geduld ontbreekt me vaak. Vandaag heb ik mezelf echter overtroffen. Qua lelijkheid.
(maar blijf hier: de smaak is perfect!)

Ik was het echt van plan. Deeg voor hartige taart kopen, netjes uitrollen tot 2 grote cirkels en dan met behulp van een schoteltje kleinere cirkels uitsteken. Op de ene cirkel de vulling doen en dan de andere cirkel er bovenop. Een kunstzinnig schulprandje maken en als klap op de vuurpijl: van de restjes deeg mooie blaadjes boetseren en de empanada’s hiermee versieren.
Echt. Maar het liep anders.

Dit recept komt uit Dekamarkt Proef ’t Verschil (mei 2014).

Voor 6 stuks:
1 eetlepel olijfolie
225-250 gr chorizoworst, in blokjes
2-3 uien, grof gesnipperd
1 rode paprika, in blokjes
1 gele paprika, in blokjes
1 groene paprika, in blokjes
1 eetlepel paprikapoeder (of pimenton, gerookt paprikapoeder)
20 gr platte peterselie, fijngehakt
1 rol met deeg voor 6 supercroissants
2 eetlepels melk
(zee)zout en versgemalen (zwarte) peper

Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius.
Verhit de olijfolie in een grote koekenpan en bak de blokjes chorizo op matig vuur uit (ongeveer 5 minuten). Voeg de ui, de paprika’s, het paprikapoeder en wat zout en peper toe en bak (nog steeds op een matig vuur) de groenten in ongeveer 10 minuten zachtjes gaar. Laat de vulling even afkoelen en roer dan de peterselie erdoor.
Maak de 6 porties croissantdeeg los van elkaar en schep op elke driehoek ongeveer 2 eetlepels vulling. Vouw dan de hoeken naar elkaar toe (zodat je een kleinere driehoek krijgt) en vouw de randen iets om (en druk goed aan). Maak met een scherp mes een paar kleine sneetjes in de bovenkant. Leg de empanada’s op een bakblik (bekleed met bakpapier) en bestrijk ze met de melk. Bak in ongeveer 20 minuten bruin en gaar. De empanada’s kunnen zowel warm als koud gegeten worden.

NB: Ik hield behoorlijk wat vulling over. Deze schepte ik de volgende dag door wat gewelde couscous. Als tegenhanger voor het pittige paprikamengsel, deed ik er ook wat zachte geitenkaas door.

dinsdag 1 juli 2014

Braziliaanse zwarte-bonensoep

Het WK Voetbal is in volle gang en tot mijn stomme verbazing doen “we” nog steeds mee. Ik geloof absoluut niet dat we wereldkampioen zullen worden, maar dit is natuurlijk wel heel leuk!

In de slipstream van het voetbal staat ook de Braziliaanse keuken nu volop in de belangstelling. Ik probeerde een recept uit “Brasil! Het kookboek” van David Ponte, Lizzy Barber en Jamie Barber (Karakter Uitgevers).
Deze zwarte-bonensoep is eigenlijk niet typisch Braziliaans, aangezien je dit in vrijwel elk Zuid-Amerikaans land kunt aantreffen – maar wat maakt het uit, dit is een heerlijk soepje!

Voor 4 personen:
2 eetlepels olijfolie
1 ui, gesnipperd
1 teentje knoflook, fijngehakt
½ rode peper, zaden en zaadlijsten verwijderd, fijngehakt
1 kleine wortel, in kleine blokjes
1 stengel bleekselderij, in kleine blokjes
1 prei, in dunne ringen
1 (volle) eetlepel tomatenpuree
400 gr zwarte bonen (blik), afgespoeld en uitgelekt
1 groentebouillonblokje
1 takje verse tijm, blaadjes eraf gerist
(zee)zout en versgemalen (zwarte) peper
8 plakken bacon of ontbijtspek

+ eventueel erbij (ter garnering):
crème fraîche
bladpeterselie, fijngehakt

Neem een grote pan en verhit hierin de olijfolie op een matig vuur. Doe de groenten (ui, knoflook, rode peper, wortel, bleekselderij en prei) in de pan en fruit deze ongeveer 10 minuten (groenten mogen niet bruin worden). Voeg een snufje zout en peper toe en doe de tomatenpuree erbij. Roer de puree goed door de groenten en bak dit een paar minuten mee. Voeg dan de zwarte bonen, het bouillonblokje, de tijm en 1 liter heet water toe. Breng het geheel aan de kook en laat ongeveer 15 minuten zachtjes bubbelen – tot alle groenten heel zacht zijn.
Bak in de tussentijd de plakken bacon knapperig in een droge koekenpan.
Pureer de soep in een blender of gebruik hiervoor een staafmixer. Voeg eventueel wat extra water toe als de soep te dik is. Schep de soep in warme kommen en garneer met de plakken bacon. Strooi er eventueel nog wat bladpeterselie over en doe er een schepje crème fraîche bij.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...