dinsdag 22 april 2014

Kreatópitta - Griekse vleespastei

Waarschuwing: het lelijkste gerecht ooit!

Vorig jaar september bracht ik een paar heerlijke dagen op Kefalonia door, een Grieks eiland in de Ionische Zee. Ik schreef in een enthousiast stukje over de plaatselijke specialiteit: een vleespastei met de welklinkende naam Kefallonitiki Kreatópitta.
Er was altijd het voornemen om deze pastei thuis na te maken, maar het kwam er natuurlijk steeds niet van. Op de achtergrond loerde bovendien het gevaar dat de taart die op Kefalonia zo heel erg lekker was, in Nederland behoorlijk zou tegenvallen (dat heb je immers ook altijd met wijn, niet waar?). Uiteindelijk trok ik toch de stoute schoenen aan, vond het recept (in “Prospero’s Kitchen / Island cooking of Greece” van Diana Farr Louis en June Marinos – privébezit) en ging aan de slag.

Viel het tegen? Nee! Maar: eerlijk gezegd wisten we niet meer precies hoe de oorspronkelijke taart smaakte! Zorg dat je de pastei goed op smaak brengt (niet zuinig doen met knoflook, oregano, zout en peper) en kijk door het lelijke uiterlijk heen… Kreatópitta verdient het!

Voor de vulling:
500 gr mager lams- of varkensvlees, in stukjes van 1 x 1 cm
500 gr mager rundvlees, in stukjes van 1 x 1 cm
50 gr arborio rijst (ongekookt)
1 ui, fijngehakt
2 aardappelen, geschild en in stukjes van 1 x 1 cm
90 gr Parmezaanse kaas, geraspt
2 theelepels kaneelpoeder
2-3 theelepels gedroogde oregano
4 theelepels bladpeterselie, fijngehakt
2-3 teentjes knoflook, fijngehakt
2 tomaten, fijngehakt
2 eetlepels olijfolie
120 ml rode wijn
(zee)zout en versgemalen (zwarte) peper

Voor het deeg:
500 gr patentbloem
1 theelepel tafelzout
1 theelepel kaneelpoeder
160 ml warme olijfolie
240 ml warme rode wijn

En verder:
2 hardgekookte eieren, in vieren gesneden
240 ml runderbouillon
2 eetlepels roomboter, in stukjes
1 ei
scheutje olijfolie
scheutje melk

Begin een dag van te voren en maak de vulling klaar. Dit doe je simpelweg door alle ingrediënten voor de vulling met elkaar te vermengen in een grote kom. Dek af met folie en zet een nacht in de koelkast.
 
Een paar uur vóór je de pastei wilt serveren, moet je beginnen met het deeg. Neem een grote kom en vermeng hierin het bloem, het zout en het kaneelpoeder. Giet de warme olijfolie erbij en vermeng zo goed mogelijk met de toppen van je vingers. Doe dan de warme wijn erbij – en schrik niet! Het mengsel lijkt véél te nat te worden (en is bovendien ook ineens vies-roze gekleurd). Kneed echter onverstoorbaar even door en je zult zien dat het deeg ineens niet meer plakt en ongelofelijk zacht is geworden.
Neem 2/3 deel van het deeg en rol het uit tot een grote ronde lap. Bekleed hiermee een (ingevette) ovenschaal (doorsnede 30 cm) met vrij hoge randen. Rol het resterende deeg eveneens uit, dit wordt het deksel.

Verwarm de oven voor op 225 graden Celsius. Schep de vulling in de schaal en stop de stukken ei ertussen. Giet de runderbouillon over de vulling en leg de stukjes boter erop. Dek de pastei af met het resterende deeg en druk de rand goed aan. Maak met een scherp mes een paar gaatjes in het deksel.
Vermeng het ei, de olijfolie en de melk en bestrijk de pastei met dit mengsel. Bak de taart 20 minuten op 225 graden Celsius en daarna nog 80 minuten op 200 graden Celsius.

Conclusie: lelijk, veel werk - maar heel lekker! En het allermooiste: ondanks al het vocht in de vulling... geen soggy bottom!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...