Lasagne met kalfsvlees en paprika

Mag ik op deze plek even ongegeneerd reclame maken voor m’n winkel en een specifiek boek dat daar wordt verkocht? Ik probeer (echt!) oprecht om de trouwe lezers van dit blog nooit het gevoel te geven dat ik bepaalde boeken probeer te slijten – maar dat gevoel zou nu misschien toch even kunnen komen.

Maar ik doe het toch.

Het zit namelijk zo: omdat Fontaine Uitgevers een feestje viert (ik meen dat ze 10 jaar bestaan), zijn ze zo vriendelijk geweest om een aantal van hun titels in prijs te verlagen. Ik zal jullie niet vermoeien met een complete opsomming (dat zou wél nadrukkelijk pluggen zijn), maar ééntje móet ik even noemen: “365 goede redenen om aan tafel te gaan” van Stéphane Reynaud. Een geweldig boek! Geloof me, deze dikke pil is een echte aanrader.

Het boek kostte tot een paar weken geleden nog EUR 29,95 – maar het feestprijsje is slechts EUR 14,95. Belachelijke prijs! Allemaal toeslaan dus!

Het boek is verkrijgbaar in de winkel en als jullie het hebben opgehaald kunnen jullie meteen aan de slag. Met de boeuf bourguignon bijvoorbeeld, of anders met deze heerlijke lasagne!

Voor 6 personen (ik maakte de helft):

4 kalfsoesters, in blokjes
2 rode paprika’s, in blokjes
2 groene paprika’s, in blokjes
3 uien, gesnipperd
3 tomaten, in grove stukken
olijfolie
50 gr roomboter
50 gr bloem
600 ml (halfvolle) melk
mespunt nootmuskaat
200 gr schapenkaas, geraspt
200 gr lasagnevellen, voorgekookt
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Neem een grote braadpan, doe er 2 eetlepels olijfolie in en bak het vlees en de uien erin aan. Voeg de paprika’s en de tomaten toe en laat het geheel in ongeveer 20 minuten tot een saus koken (voeg eventueel wat water toe als de saus te droog dreigt te worden). Breng op smaak met zout en peper.

Maak in de tussentijd de bechamelsaus: smelt de boter in een pannetje, roer het bloem erdoor en laat dit (al roerend) ongeveer 3 minuten pruttelen. Voeg dan beetje bij beetje de melk toe en roer stevig door. Breng op smaak met de nootmuskaat en laat de saus 5 minuten zachtjes koken.
Neem dan een ovenschaal en schep er een laagje vleessaus in. Doe daar bovenop een laag bechamelsaus, dan een laag kaas en tenslotte een laag lasagnebladen. Herhaal dit nog 2 keer en eindig met een laag geraspte schapenkaas.
Bak de lasagne 30 minuten in een op 180 graden Celsius voorverwarmde oven.

Champignons in kruiden-chilivinaigrette

Dit is een borrelhapje. Borrelhapjes gaan tegenwoordig door het leven onder de noemer “pinchos”, want als u het nog niet wist: “tapas” zijn zóóó 2008.

Voor mij is dit dus een borrelhapje.

Het is een heerlijk en snel gerechtje en het bestaat grotendeels uit voorraadkast-ingrediënten. Er is alleen een snel tripje naar de groenteman nodig om wat verse spulletjes te halen en je kunt aan de slag. Vamos!

Het recept komt uit “Het grote tapasboek” van Sylvia Winnewisser (Veltman Uitgevers, verkrijgbaar in de winkel).

Voor 4 porties:

400 gr kleine champignons, schoongeveegd
3 kleine lente-uitjes, fijngehakt
1 teentje knoflook, fijngehakt
½ chilipeper, zaadjes en zaadlijsten verwijderd, fijngehakt
3 eetlepels olijfolie
(zee)zout en versgemalen zwarte peper
1 takje dragon
1 takje rozemarijn
1 takje tijm
100 ml rode wijnazijn
1 theelepel suiker, optioneel

Fruit de uitjes, de knoflook en de chilipeper in de olijfolie. Voeg dan de paddenstoelen en de verse kruiden toe [je kunt trouwens rustig variëren met de kruiden; ik gebruikte bijvoorbeeld oregano in plaats van dragon]. Smoor ze even, breng op smaak met zout en peper en blus dan af met de azijn. Voeg eventueel de suiker toe om het geheel iets minder zuur te maken (ik deed dat niet). Laat de azijn vrijwel helemaal inkoken, verwijder de kruiden en serveer de champignons aan prikkers.

Buen provecho!

Marokkaanse kofte met tahinisaus

Kofte. Kefte. Köfte. Voor mij is het één pot nat en dat klopt ook wel, want het zijn allemaal benamingen voor geroosterd gehakt. Met een beetje een Midden-Oosten twist. De trouwe lezer zal opgevallen zijn dat ik een beetje in een Midden-Oosten-fase zit (zie ook: Turkse sperziebonen met kip en Baba ghanouj) en ik zal vast waarschuwen: ik heb nog meer in petto. Maar dat moet ik nog maken, dus als het tegenvalt hoor je me er nooit over.

Afijn, bij geroosterde gehaktballen hoort wel een lekker sausje. Dat werd dus een buitengewoon simpel en smakelijke tahinisaus – om geen andere reden dan dat er een grote pot tahini in m’n koelkast staat. Het was een beetje bij elkaar geraapt, maar de combinatie bleek super!

Ik serveerde deze kofte / kefte / whatever met bulghur (met een beetje aci biber salçasi, fijngehakte koriander en citroensap) en wortelsalade. Yum!

Het recept voor de Marokkaanse kofte komt uit “Gehakt” van Mitzie Wilson (Veltman Uitgevers, verkrijgbaar in de winkel). De tahinisaus komt uit de koker van de onvolprezen Claudia Roden: “Duizend-en-één smaken” (Fontaine Uitgevers).

Voor 6 personen:

450-500 gr rundergehakt
1 kleine ui of lente-ui, fijngesnipperd
½ theelepel gemalen komijn
1 theelepel harissa
klein handje gehakte verse koriander
½ theelepel (zee)zout en flink wat (versgemalen) zwarte peper
75 ml tahini
sap van 1 citroen
75 ml koud water
1 klein teentje knoflook (geperst, optioneel)

Doe het gehakt, de ui, de harissa, het komijnpoeder en de fijngehakte koriander in een grote kom. Voeg zout en peper toe en vermeng het goed (en doe me een plezier: gewoon met je handen, dat gaat echt het best!). Verdeel het gehaktmengsel in 6 porties en vorm ermee een langwerpig worstje om een spies of sateprikker. Leg het gehakt ongeveer 30 minuten in de koelkast.

Verwarm de BBQ of grillplaat en bak de kofte in ongeveer 12-15 minuten bruin en gaar. Keer de spiesen elke 2-3 minuten.
Doe de tahini in een kom en voeg het citroensap toe. Vermeng dit met een vork en schrik niet: het wordt een dikke, stijve massa. Voeg dan geleidelijk het koude water toe en blijf kloppen tot de saus de consistentie van vloeibare room heeft gekregen. Roer er eventueel nog de knoflook door en voeg zout naar smaak toe. Schep de saus over de kofte.

Yoghurt-citroencake

Stel dat je op een zondagochtend op het idee komt dat je een cake wilt bakken. En stel dat je geen standaardcake wilt, maar dat je ook geen bijzondere ingrediënten in huis hebt. Wat dan? Nou, dan pak je maar weer eens een Donna Hay-boek erbij (ook thuis altijd voorradig) en gaat op zoek naar dat ene recept met yoghurt en citroenen. Dan blijkt dat het helemaal geen recept met yoghurt is, maar met zure room. Whatever: een kniesoor die daar op let en dus ga je lekker aan de slag. Het resultaat: een heerlijke, lichte cake – niet te zoet en zelfs licht zurig door het gebruik van de yoghurt en de citroenen. Een winnaar!

Het onderstaande recept kun je gebruiken voor een grote langwerpige (lage) bakvorm van 20 x 30 cm, maar die heb ik niet. Ik heb wel een ronde lage bakvorm met een doorsnee van ongeveer 20 cm (hoogte ongeveer 3 cm). Deze vorm bleek perfect om er twee cakes mee te bakken. Eéntje om de zieke buurvrouw op te vrolijken en ééntje om zelf te houden…

Het recept komt uit “Modern classics book 2” van Donna Hay (Uitgeverij HarperCollins).

Ingrediënten:

220 gr roomboter, gesmolten en enigszins afgekoeld
325 gr suiker
2 eieren
240 ml (magere) yoghurt
60 ml citroensap
2½ eetlepel citroenrasp
270 gr bloem
2 theelepels bakpoeder

Verwarm de oven voor op 175 graden Celsius. Neem de kom van je keukenmachine en doe hier de gesmolten boter, de suiker, de eieren, de yoghurt, het citroensap en de citroenrasp in. Mix dit op een vrij lage snelheid tot het goed vermengd is.

Zeef de bloem en het bakpoeder boven de kom en meng dit in ongeveer 4 minuten goed door het boter-eimengsel.
Bekleed een bakvorm (zie boven) met bakpapier en schep het cakebeslag (of: de helft van het beslag als je een kleinere vorm gebruikt) erin. Bak 30-35 minuten in de oven tot de cake goudbruin gekleurd is en een satéprikker er droog uitkomt. Laat afkoelen op een rooster.

Turkse sperziebonen met kip

De titel van deze post had moeten luiden: Etli taze fasulye.

Da’s namelijk de Turkse benaming van het gerecht dat hieronder beschreven staat, maar ik heb er toch maar iets Hollands van gemaakt. Eén van deze woorden (etli óf taze óf fasulye) betekent namelijk lamsvlees, en dat heb ik er niet ingedaan. Gewoon, omdat ik het even niet zo snel kon krijgen. Ook kalfsvlees (volgens mijn recept een goede vervanging) zat er niet in, en dus gebruikte ik “gewoon” kip.

Het was de eerste keer dat ik Turks kookte (ik ben ook nog nooit in Turkije geweest) en het is een keuken waar ik helemaal niets van af weet. Maar, mensen – dit was wel heel lekker! En het smaakt naar meer! Hoewel ik natuurlijk nogal klungelig het verkeerde vlees heb gebruikt, heb ik wel – heel authentiek - bij zo’n klein Turks winkeltje een enorme pot aci biber salçasi gekocht: een pittige paprikapuree (er is ook een zoete versie). Ik houd nogal van scherp en ik vond het heerlijk!

Het recept komt uit “De authentieke Turkse keuken” van Erika Casparek-Türkkan (Uitgeverij Deltas, verkrijgbaar in de winkel).

Voor 4 personen:

1 kg verse sperziebonen, in stukjes van 3 cm
1 (lente-)ui, fijngesnipperd
3 tomaten, zaadjes verwijderd, heel fijn gesneden
2 rode paprika’s, in stukjes
300 gr kipfilet, in blokjes van 1½ x 1½ cm (beter: lam of kalf)
4 eetlepels olijfolie
(zee)zout en versgemalen zwarte peper
½ theelepel suiker
snufje gemalen piment
1 theelepel tomatenpuree
1 eetlepel gehakte peterselie
(1 theelepel aci biber salçasi, optioneel)

Verhit de olie in een grote pan (met passend deksel) op hoog vuur. Bak het vlees en de uien snel aan en zet dan het vuur op matig. Roer de tomaten, de paprika’s en de sperziebonen erdoor en strooi er zout, suiker, peper en piment over. Roer de tomatenpuree en 250 ml kokend water erbij, doe het deksel op de pan en kook alles ongeveer 30 minuten op laag vuur. Doe ongeveer 10 minuten voor het einde van de kooktijd de aci biber salçasi erbij (optioneel, maar ik kan het sterk aanbevelen!). Garneer met de peterselie.

Ik serveerde deze pittige kip-groenteschotel met bulgur.

Italiaanse kip uit de oven

Gerechten waarin veel knoflook wordt gebruikt, stellen mij altijd weer voor een dilemma – en ik ben daarin vast niet de enige. Aan de ene kant: knoflook is superlekker en gezond en als je het weglaat (of het aantal teentjes reduceert) mis je toch echt wel wat. Aan de andere kant: ik heb een winkel en ik wil uiteraard geen klanten wegjagen vanwege de knoflookwalmen…

Meestal kies ik voor de oplossing waar het voorgeschreven aantal teentjes ruwweg wordt gehalveerd – wel (een beetje) de smaak, geen overweldigende luchten. Voor dit recept koos ik echter een andere aanpak: de 8 tenen knoflook die Donna Hay voorschrijft, zijn er allemaal in gegaan. De tenen blijven echter heel en kunnen dus aan het einde van de kooktijd probleemloos weer verwijderd worden. Zo kunnen ze dus toch hun smaak afgeven, maar je krijgt geen halve bol knoflook binnen!

Het recept komt uit “Fast, fresh, simple” van Donna Hay (Van Dishoeck Uitgevers).

Voor 2 personen:

250 gr kerstomaten, gehalveerd
2 lente-uitjes, in stukken van ongeveer 2 cm
120 gr pancetta, blokjes of plakjes
2 eetlepels verse oreganoblaadjes
8 tenen knoflook
1 eetlepel olijfolie
2 kipfilets van circa 200 gr per stuk, in grove stukken
80 gr zwarte olijven
grofgemalen zwarte peper
verse basilicumblaadjes, verscheurd
fijngeraspte Parmezaanse kaas

Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius. Neem een ruime ovenschaal en doe hierin de tomaten, de uien, de pancetta, de oregano, de knoflook en de olijfolie. Schep goed om met 2 lepels en zet de schaal 25 minuten in de oven. Voeg dan de kip en de olijven toe en bestrooi met peper. Vermeng opnieuw goed en bak het geheel nog 20 – 25 minuten (tot de kip gaar is). Bestrooi met de basilicumblaadjes en rasp de Parmezaanse kaas erover.

Ik serveerde deze kipschotel met (in de schil) gekookte nieuwe krieltjes met een sausje van 1 theelepel geraspte mierikswortel en 2 eetlepels magere yoghurt.

Opmerking:

Ik heb echt een probleem met olijven! Als snack bij de borrel: graag! In m’n eten: nee, dank u. Ik heb de olijven er dan ook uitgelaten, maar tegelijk met de kip een snufje zeezout toegevoegd – want als je ze uit dit recept verwijdert, gaat er ook wat van de zoute smaak verloren!

Gastblog: Sangria, zomers slaapmutsje

Vandaag hebben we weer een gastblog van J.! Zij maakte onlangs deze superlekkere sangria, naar een recept van haar broer in Portugal. In het boek “Home made zomer” van Yvette van Boven (Uitgeverij Fontaine) staat een vergelijkbaar recept.

Warme zomerdagen creëren zwoele warme nachten. Als de warmte drukt, ben ik klaar voor het volgende recept – een slaapmutsje in de vorm van sangria.

Ingrediënten:

1 fles (750 ml) Spaanse fruitige, stevige rode wijn
200 ml Schotse whisky
150 ml 7-Up
4 kaneelstokjes
3 sinaasappels
1 citroen
rietsuiker
ijsblokjes

In een grote sapkan (2 liter) doe je de whisky, rode wijn, kaneelstokjes en suiker (naar smaak). Roer dit rustig door.

Was de citroen en de sinaasappels. Snijd deze in stukken en voeg toe aan de wijn. Proef de sangria en kijk of je de juiste afstemming hebt van ingrediënten. Onthoud dat je nog 7-Up toe gaat voegen en dat dit zoeter, zachter en frisser maakt. Ook de kou (in de koelkast) maakt het frisser. Kortom: met de eerste proef mag de sangria redelijk zwaar zijn. Zet het in de koelkast en laat het een aantal uren staan.
Maximaal 1 uur tevoren kun je de sangria afmaken met 7-Up. Indien nodig voeg je nog wat suiker toe.

Serveer de sangria met wat ijsblokjes en je slaapt op een zwoele zomernacht als een roosje.

Tip: als je van fruit houdt, kun je ook appels en peren toevoegen in stukjes.

Linzensalade met geroosterde biet en geitenkaas

Ik zal maar meteen beginnen met een tip: wie rauwe bieten zoekt, hoeft niet naar een supermarkt te gaan. Daar hebben ze in het beste geval hele voorgekookte exemplaren, soms voorgekookte gesnipperde bietjes en in allerbelabberste geval rauwe bieten die zacht en gerimpeld zijn. Laat dit nu allemaal niet de bedoeling zijn! Dus: ga naar de groenteboer of naar de markt en koop daar zo’n bosje verse rauwe exemplaren. Schil ze en neem die leuke roze handjes voor lief (slijt snel, hoor!). Maak vervolgens deze salade – want dit is serieus lekker! Echt waar: ik kon me nauwelijks beheersen…

Het recept is een combinatie van een rooster-instructie uit het Jumbo-magazine en een salade uit “Vers uit de tuin” van Sarah Raven (Uitgeverij Terra).

Voor 2 personen:

400 gr rauwe biet, geschild en in blokken van 2 x 2 cm gesneden
1 + 1 eetlepel olijfolie
1 + ½ eetlepel honing
1 eetlepel verse tijmblaadjes
1 blik Bonduelle linzen (= 400 ml), uitgelekt en afgespoeld
50 gr zachte geitenkaas
sap van 1 citroen
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius. Doe de rauwe bieten in een ovenschaal en besprenkel met 1 eetlepel olijfolie. Druppel er 1 eetlepel honing overheen, doe de tijm erbij en voeg een snufje zout en peper toe. Vermeng dit goed en rooster de bieten in 40-45 minuten gaar in de oven (controleer na ongeveer 30 minuten even).

Als de bietjes uit de oven komen, kunnen de uitgelekte linzen direct in de ovenschaal gedaan worden. Zo kunnen de linzen ook de honingolie en de vrijgekomen bietensappen opnemen. Laat afkoelen.
Schud of klop een dressing van het citroensap, 1 eetlepel olijfolie en een beetje (½ eetlepel) vloeibare honing. Breng de dressing op smaak met zout en peper en doe bij de linzen. Voeg uiteindelijk de verbrokkelde geitenkaas toe en meng voorzichtig.