Vandaag begint de lente! Toch? Ik wacht het nog even af en heb een paar dagen geleden toch maar een ouderwetse winterstoofpot gemaakt. Het flesje donker Belgisch bier stond immers al maanden op een goede bestemming te wachten. Ik drink geen bier, dus het stond er maar een beetje zielig bij. Nou, dat is inmiddels helemaal goed gekomen: het bier vormde het zwembad voor de runderlappen, in combinatie met laurier, kruidnagels, ui en ontbijtkoek. Bier drinken = nee, koken met bier = ja!
Het recept is afkomstig uit een oude versie van het magazine van Keurslager)
Ingredienten (voor 4 personen):
700 gr riblappen
zout, versgemalen peper
3 eetlepels boter
1 ui, in ringen
2 kruidnagels
1 laurierblad
1 flesje donker bier (bv. Ingelmunster Kasteel Bruin)
1 plakje ontbijtkoek, verkruimeld
Bestrooi de riblappen rondom met zout en peper. Verwarm de boter in een zware braadpan en bak de riblappen om en om aan. Haal het vlees uit de pan en bak de uiringen in het bakvet lichtbruin. Voeg het vlees weer toe, schep even om en leg de kruidnagels en laurier ertussen. Giet het bier erover en vul aan met water tot het vlees helemaal onder staat. Breng zonder deksel op matig vuur aan de kook. Zet het vuur laag en zet de pan op een vlamverdeler. Laat het vlees zo lang mogelijk, 2 uur of langer, gaar stoven. [Opmerking: omdat de saus langzaam inkookt, heb ik regelmatig extra water moeten toevoegen]
Roer als laatste de ontbijtkoek door de jus en laat de saus dan nog een half uur pruttelen. Lekker met alle soorten groenten en aardappelpuree - ik serveerde het met rode kool en appeltjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten