Met behulp van mijn eigen geheugen, het veel betere geheugen van C., een basisrecept uit "Taarten" van Delphine de Montalier en diverse Internet-bronnen kwam ik tot de volgende creaties:
Deeg
300 gr (tarwe-)bloem
1 zakje (7 gr) droge gist
2 theelepels zout
2 eetlepels olijfolie
water
Meng de bloem, olijfolie, gist en het zout in een kom door elkaar. Kneed het met de vingertoppen. Blijf kneden en voeg geleidelijk een aantal eetlepels water toe (ik gebruikte er in totaal 8) tot het een (vrij droog) deeg vormt en je er een bal van kunt maken. Bestrooi het deeg met een dun laagje bloem en laat het afgedekt op een warme plaats minimaal 1 uur rusten. Die warme plek kan een lauwe oven zijn, maar ik gebruikte gewoon een beschutte, maar wel warme plek in mijn serre - lang leve de zomerse temperaturen!
Rol het deeg uit tot heel dunne bodems (2-3 mm dik). Je kunt er 1 hele grote bodem van maken, maar leuker is het om meerdere kleine te maken die je dan op verschillende manieren kunt beleggen.
Kwarkmengsel
200 gr kwark
125 gr zure room
4 theelepels zout
2 eetlepels lijnzaadolie
Meng de ingredienten door elkaar en besmeer de bodem(s) ermee. Voeg de gewenste topping toe (zie onder) en schuif de Flammenkuchen dan 20 minuten in een op 240 graden Celcius voorverwarmde oven. Maal royaal peper over de koek als hij uit de oven komt.
Topping
(1) normale ui (heel dunne ringen) met belegen Goudse kaas - supersimpel, maar het bleek m'n favoriet!
(2) rode ui (heel dunne ringen), met wat uitgebakken spekjes en belegen Goudse kaas en

Dit zijn de klassieke toppings, zoals we die in de Kaiserstuhl gegeten hebben. Maar: gebruik je fantasie - de Flammenkuchen kunnen op elke gewenste wijze belegd worden!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten