Sinds enige tijd heb ik een lichte verslaving ontwikkeld aan
de rollen kant-en-klaar pizza- en Flammkuchendeeg. Dat durf ik best op te
schrijven, want ik schaam me er niet voor – al vind ik zelfgemaakte deegjes (pizza
en Flammkuchen) nog altijd beter en lekkerder. Maar: soms komt het even niet
uit en dan biedt zo’n rol (uit het koelvak) echt uitkomst.
Afgelopen week maakte ik Flammkuchen, naar een recept uit Foodies
Magazine (juli 2016). Ik maakte een eenvoudigere versie: in het origineel
worden nog gekookte en dubbelgedopte tuinbonen over de afgebakken Flammkuchen
gestrooid. Ik had geen tuinbonen in huis… dus die liet ik weg. Ook wordt in het
originele recept geitenkwark gebruikt. Dat lijkt me reuzelekker, maar met
gewone (volle) kwark werkte het ook prima!
Ingrediënten
(voor circa 3 personen):
150 gr verse volle kwark
2 eetlepels Doesburgse mosterd
1 rol Flammkuchendeeg (40 x 25 cm)
100 gr spekreepjes
3-4 lente-uitjes, in dunne ringetjes
(zee)zout en versgemalen (zwarte) peper
Verwarm de oven voor op 250 graden Celsius (hete lucht).
Roer de kwark en de mosterd door elkaar in een kommetje en breng op smaak met
zout en peper.
Rol het deeg uit op een bakplaat (laat het papier eronder
zitten) en bestrijk het deeg met het kwarkmengsel (laat aan de randen circa 1
cm vrij). Verdeel de spekreepjes en de ringetjes lente-ui over het deeg.
Bak de Flammkuchen in ongeveer 15 minuten goudbruin. That’s
it!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten